ZORGEN DOE JE VOORAL MET JE HART
Eline is tweedejaarsstudente verpleegkunde aan de Hogeschool UCLL in Genk. In de paasvakantie ging ze twee weken werken in een woonzorgcentrum in Sint-Truiden, waar ze eerder stage had gedaan.
‘Toen ik de eerste dag op het centrum aankwam, bleek al direct dat de situatie niet meer dezelfde was als tijdens mijn stage. Mondmaskers op, elk personeelslid moest zijn of haar temperatuur meten, en de briefing was niet in de verpleegpost, lekker dicht tegen mekaar, maar in de leefruimte met de nodige afstand. Tijdens de briefing bleek dat er veel zieken waren, al wisten we niet of het ging over het coronavirus of iets anders. Na die eerste shift kwam ik thuis en begon na te denken. Ik wist niet wie besmet was, en wie niet. Hoe kon ik dan mezelf en vooral de andere bewoners in het woonzorgcentrum beschermen? Gelukkig kreeg ik die avond een telefoontje van de verantwoordelijke van het centrum om te melden dat het door de overheid was gekozen om iedereen (zowel bewoners als personeel) te testen. Er werd ook extra beschermingsmateriaal voorzien. Dat was een hele opluchting. In de daaropvolgende dagen werd iedereen getest. Het resultaat: enorm veel besmettingen, zowel bewoners als personeel. We begonnen dan ook de afdeling te reorganiseren.

Ons blok bestaat uit 2 verdiepingen. De bovenste werd een covid-afdeling, de onderste werd in tweeën gesplitst en gescheiden door een dikke plastiekwand waar we ons telkens moesten omkleden. Ik zei nog tegen mijn collega’s: dit lijkt zo futuristisch, recht uit een sciencefictionfilm. We volgden alle maatregelen, om onszelf en onze familie te beschermen, MAAR vooral voor onze lieve bewoners, waarvan de schrik in hun ogen te lezen was.
Toen moest het ergste echter nog komen: het eerste sterfgeval, het tweede de dag erna… Enkele dagen later verloren we op 24 uur drie bewoners. Toen werd het me even te veel. Ik reed vanaf dan naar mijn werk met de gedachte: hoeveel bewoners zullen we vandaag verliezen? Ook hun bezorgdheden spookten door mijn hoofd. Die lieve mensen kijken ook naar het nieuws, die horen ook de cijfers, OOK de cijfers en het nieuws uit de rusthuizen en woonzorgcentra. We waren met zo weinig personeel, vanwege de vele zieken, dat we nog veel minder tijd hadden dan voordien om onze zorgen uit te voeren. ’s Morgens tijdens de ochtendzorgen was er even een momentje dat we konden praten met de bewoners. Mensen vroegen naar de situatie in ons blok, wanneer de familie mocht langskomen, of ze al dan niet besmet waren en welk risico ze liepen, en naar hun medebewoners waarvan ze wisten dat die ziek waren. Het was heel moeilijk om dan af te wegen wat ik kon en mocht vertellen, en wat niet. Het zijn twee weken geweest van extreme dilemma’s. Ik heb mensen zien sterven, in totaal andere omstandigheden dan ik gewoon ben. Mensen die kerngezond waren, plots een extreem lage saturatie hadden en aan mij vroegen of ze gingen sterven. Of die keer dat de begrafenisondernemer een overleden bewoner kwam halen, helemaal ingepakt, met de kist rijdend door de gang. Er stond nog een kamerdeur open, en die bewoner zag ons voorbij komen. Of de familie van een bewoonster die langs de tuin afscheid kwamen nemen. Ik waarschuwde hen dat hun moeder niet meer aanspreekbaar was. Het moment dat die mensen hun mama terugzagen! Je ziet die familie gewoon breken, achter het raam, en je kan niets doen. Enkel zeggen dat we ervoor zorgen dat ze niet afzien…
Ondanks het feit dat het gigantisch zwaar was voor de bewoners en hun familie, toonden zij hun steun en respect aan ons, de mensen in de zorg. We werden bedolven onder bloemen, chocolade, koekjes, brieven en kaartjes. Om ons te bedanken voor de goede zorgen, als steunbetuiging in deze moeilijke tijden. Dit deed mij elke keer iets, een warmte die door mijn lichaam ging, tranen die in mijn ogen sprongen. Hoe hard die twee weken ook waren, ik bleef doorgaan. Voor die lieve mensen en hun families, maar ook voor mezelf. Ik heb hiervoor gekozen. Ik wil er zijn voor anderen wanneer ze mij nodig hebben, in de grote maar ook de kleine dingen. Normaal zou ik meteen na de paasvakantie starten met mijn volgende stage. Ik maakte me zorgen om het virus mee te nemen naar mijn nieuwe stageplaats, en mailde dus naar mijn school. Ik mocht niet starten. Medestudenten zeiden mij dat ik daar zelf voor had gekozen. JA, ik heb hier zelf voor gekozen, en ik zou het direct opnieuw doen. De ervaring die ik in die twee weken heb opgedaan, de steun die ik heb gegeven aan mijn collega’s EN die ik terugkreeg, de lieve mensen die ik heb geholpen in de laatste momenten van hun leven…
Dat zijn ervaringen die niemand mij ooit nog afneemt. Zorgen doe je met je hoofd, met je handen, maar vooral met je HART! Ik ben fier dat ik als student mijn steentje heb kunnen bijdragen in dit coronatijdperk. Binnen twee jaar studeer ik af, en zal ik er ook staan. Hopelijk terug in een normale wereld.’


YOU CARE ESPECIALLY WITH YOUR HEART
Eline is a second-year nursing student at UCLL in Genk. During the Easter holidays she worked two weeks in a residential care center in Sint-Truiden, where she had previously done an internship.
“When I arrived at the center on the first day, it immediately became clear that the situation was no longer the same as during my internship. Put on face masks, every staff member had to measure his or her temperature, and the briefing was not in the nursing station, close to each other, but in the living space with the necessary distance. During the briefing it turned out that there were many sick people, although we didn’t know whether it was due to the corona virus or to something else. After that first shift I came home and started thinking. I didn’t know who was infected and who was not. How could I protect myself and especially the other residents in the residential care center? Fortunately, that evening I received a call from the manager of the centre to say that the government had chosen to test everyone (residents and staff alike). Additional protective material was also provided. That was a great relief.
Everyone was tested in the following days. The result: an enormous amount of infections, both residents and staff. We therefore started to reorganise the department. Our block consists of two floors. The top one became a covid section, the bottom one was split in two and separated by a thick plastic wall where we had to change clothes every time. I said to my colleagues: this seems so futuristic, straight out of a science fiction movie. We followed all measures to protect ourselves and our family, BUT especially for our dear residents, who had terrible fear. Then the worst was yet to come: the first death, the second the day after … A few days later we lost three residents in 24 hours. Then it became too much for me. From then I drove to my work with one question: how many residents will we lose today? Their concerns ran through my head. These lovely people also watch the news, they ALSO hear the figures and the news from other residential care centers. We had so few staff members because of the many sick, that we had much less time than before to provide care to our residents. In the morning, we had a few moments that we could talk to them. People asked about the situation in our block, when the family would be allowed to enter, whether or not they were infected and what risks they were taking, and also about their co-residents that were sick. It was very difficult to evaluate what I could and should say, and what not to say.
I’ve passed two weeks with extreme dilemmas. I’ve seen people dying in completely different circumstances than I’m used to. People who were perfectly healthy, suddenly had extremely low saturation and asked me if they were going to die. Or that moment when an undertaker came to pick up a deceased resident, completely wrapped up, with the coffin passing down the hall. Another room door was open, and the resident saw us passing by. Or the family of a resident who came to say goodbye in the garden. I warned them that their mother was no longer approachable. The moment those people saw their mom back! You just see that family breaking behind the window, and you can’t do anything. Just say we make sure they aren’t suffering … Although the situation was extremely different for the residents and their families, they showed their support and respect to us, the people in health care. We were overwhelmed with flowers, chocolates, cookies, letters and cards. To thank us for the good care, as a sign of support in this difficult period.
Every time it did something to me, it was a warmth that went through my body, tears were coming to my eyes. No matter how hard those two weeks were, I kept on going. For those lovely people and their families, but also for myself. I’ve chosen this. I want to be there for others when they need me, in big and in small moments. Normally I would start my next internship immediately after the Easter holidays. I was worried about taking the virus to my new work, so I emailed my school. I was not allowed to start. Fellow students told me that I had chosen this myself. YES, I had chosen this myself, and I would do it again immediately.
The experience I had in those two weeks, the support I gave to my colleagues AND the support I got back, the lovely people I helped in the last moments of their lives … These are experiences that no one will ever take away from me. You care with your head, with your hands, but especially with your HEART! I am proud that as a student I’ve been able to contribute in these corona times. I will graduate within two years, and then I will be there too. Hopefully back in a normal world. “